IGJ: Toetsingskader priveklinieken 2018

In dit toetsingskader staat waar inspecteurs van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd op letten als het gaat om infectiepreventie in particuliere klinieken. Dit toetsingskader is gefocust op de basishygiënemaatregelen en de extra maatregelen die moeten worden getroffen in het kader van debestrijding van bijzonder resistente micro-organismen (BRMO, inclusief MRSA). Ook wordt er beoordeeld in hoeverre antibioticabeleid aanwezig is. Daarnaast wordt er gekeken of er sprake is van verankering van verantwoordelijkheden bij de verschillende functionarissen die betrokkenzijn bij de infectiepreventie en het antibioticabeleid

Bron: https://www.igj.nl/documenten/toetsingskaders/2018/12/11/toezicht-infectiepreventie-particuliere-klinieken-tip-pk

Download document: Toetsingskader infectiepreventie particuliere klinieken (TIP PK)

Infectiepreventie in de verpleeghuiszorg verdient meer prioriteit

Infecties met resistente bacteriën vormen een grote bedreiging voor kwetsbare mensen, zoals de bewoners van verpleeghuizen. Daarom is het cruciaal dat verpleeghuizen de juiste maatregelen nemen. Maatregelen die zorgen voor een schone, veilige omgeving. Zo kunnen deze resistente bacteriën zich niet verspreiden en zo ontstaan er niet nog meer resistente bacteriën. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) vraagt met een factsheet ‘Infectiepreventie in de verpleeghuiszorg’ extra aandacht voor dit belangrijke thema. De inspectie bezocht gericht instellingen voor dit thema. Bij 18 van de 19 instellingen bleek de infectiepreventie en het antibioticabeleid niet op orde. Bij deze instellingen heeft IGJ vervolgens maatregelen getroffen.

Instellingen met hoogste risico’s bezocht

De inspectie bezocht 19 verpleeghuizen die aangaven dat ze geen audit uitvoeren op het gebied van infectiepreventie. Dit gaf de inspectie aanleiding om te toetsen of deze instellingen het thema infectiepreventie wel voldoende prioriteit geven. De bevindingen van deze 19 bezoeken zijn terug te lezen in het factsheet. De inspectie verwacht dat de verbeterpunten op het gebied van infectiepreventie van deze instellingen voor andere verpleeghuizen tot voorbeeld kunnen dienen. Zo leren verpleeghuizen van elkaar. Ook de brancheorganisaties hebben hier een belangrijke rol in.

Wat vragen we van de instellingen?

Goede infectiepreventie en een effectief antibioticabeleid vragen om een bedrijfscultuur waar deze thema’s prioriteit krijgen. Deze aandacht helpt om de veiligheid van bewoners te garanderen. De specialist ouderengeneeskunde is hierbij verantwoordelijk voor een beleid dat er voor zorgt dat de verplegenden en verzorgenden goed weten wat ze moeten doen om veilige zorg te leveren aan kwetsbare ouderen. Bestuurders hebben als taak om rond deze thema’s deskundigheidsbevordering en scholing de stimuleren. Het programma ‘Aanpak antibioticaresistentie in Verpleeghuizen’ van het ministerie van Volskgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en de verschillende brancheorganisaties stimuleert en ondersteunt verpleeghuizen hierbij. Op de website resistentiepreventie.nl is alle informatie hierover te vinden. De inspectie gaat door met haar toezicht op infectiepreventie bij de verpleeghuizen, om bij te dragen aan de bewustwording en het beter toepassen van de normen door de zorgaanbieders.

Documenten

Bron: Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

IGJ reageert op berichtgeving over internationaal toezicht medische hulpmiddelen

De aandacht voor de veiligheid van medische hulpmiddelen neemt toe. Met name rondom implantaten hebben zich de afgelopen jaren ernstige problemen voorgedaan. Zoals met de PIP-borstimplantaten en de metaal-op-metaal heupimplantaten. Veilige implantaatproducten en een veilige toepassing daarvan vormt sindsdien een speerpunt in het toezichtbeleid van de inspectie. Veel verbeteringen zijn al ingezet, maar de verbeteringen zijn nog niet afgerond. Maandag 26 november berichtten Trouw en Radar over het internationale toezicht op medische hulpmiddelen.

Implantaten redden ook levens. We kunnen ons geen wereld meer voorstellen zonder medische hulpmiddelen. Om de kwaliteit van leven van veel mensen te verbeteren moeten we kleine risico’s accepteren. Ook innovatie is nodig. Toezicht moet daarvoor ruimte houden. Maar als er iets structureel misgaat, moeten we dat snel kunnen signaleren. Daarvoor is samenwerking nodig tussen fabrikanten, zorgverleners, patiënten en toezichthouders.

Nieuwe Europese wetgeving voor medische hulpmiddelen is al vastgesteld en wordt gefaseerd ingevoerd. Per 2020 zal deze definitief van kracht zijn. Deze wetgeving stelt aanzienlijk strengere eisen aan fabrikanten van medische hulpmiddelen. Niet alleen aan de toelating van nieuwe producten op de markt, maar ook aan het actief volgen van de praktijkervaringen met de hulpmiddelen, nádat ze op de markt zijn gebracht. Dit alles om de veiligheid van medische hulpmiddelen beter te borgen.

Ook een betere transparantie voor patiënten en zorgverleners krijgt in de nieuwe wetgeving de bijzondere aandacht. Fabrikanten worden verplicht meer informatie openbaar beschikbaar te maken, op een voor de patiënten begrijpelijke manier. Daarnaast komt er een uitgebreid Europees informatiesysteem, waarin fabrikanten en autoriteiten alle informatie (zoals meldingen en veiligheidswaarschuwingen) over de medische hulpmiddelen gaan opslaan. Belangrijke informatie voor patiënten zal in dit systeem openbaar toegankelijk worden.

Praat ook over de risico’s

De inspectie vindt het belangrijk dat patiënten goed geïnformeerd zijn. Ook als er risico’s zijn voor het gebruik van een implantaat kan het levens redden. Vooral in de spreekkamer moet daarom goed tussen de arts en de patiënt worden gesproken over zowel de voordelen als de risico’s van een implantaat. Met behulp van die informatie kan de patiënt een afgewogen keuze te maken. De extra informatie die fabrikanten openbaar moeten gaan maken, gaat daarbij helpen. De inspectie draagt bij aan de transparantie met behulp van speciale themapagina’s over bekende problemen en door veiligheidswaarschuwingen openbaar te maken. We werken er voortdurend aan deze informatie nog toegankelijker te maken en zullen in het bijzonder kijken naar de veiligheidswaarschuwingen.

Vooruitlopend op de Europese verbeteringen, heeft Nederland al enkele concrete verbeteracties ingezet. Zo is er een landelijk implantaten register ontwikkeld, waarin zorgverleners gegevens van implantaties registreren. Nu is dat nog vrijwillig, maar vanaf 1 januari worden zorgverleners daartoe wettelijk verplicht. Patiënten moeten vanaf dan ook schriftelijk gegevens van de arts ontvangen over hun implantaat.

Daarnaast is er een meldpunt voor bijwerkingen over implantaten ingericht, waar laagdrempelig door patiënten of zorgverleners gemeld kan worden over onverwachte effecten rondom een implantaat. Alle patiënten en zorgverleners kunnen daar melden. Ook bij het Landelijk Meldpunt Zorg kunnen mogelijke problemen met medische hulpmiddelen worden gemeld. Om goed toezicht te kunnen houden is alle mogelijke gebruikerservaring nodig.

Bron: Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport